Inhoud
De vervolgcursus cognitieve gedragstherapie sluit aan op de basiscursus cognitieve gedragstherapie en is speciaal ontwikkeld voor psychologen en orthopedagogen die werkzaam zijn met kinderen in de basisschoolleeftijd en hun ouders of leerkrachten. In deze cursus leren de cursisten om effectieve cognitieve gedragstherapeutische interventies toe te passen bij diverse stoornissen en complexe problematiek.
De cursus start met het opfrissen en herhalen van het gedragstherapeutische proces en de gedragstherapeutische analysen. Het gedragstherapeutische proces zal als een rode draad door de cursus lopen. De onderwerpen van de cursus sluiten aan bij de ontwikkelingsfasen van kinderen in de basisschoolleeftijd. Klachten en problemen bij deze doelgroep kunnen niet los gezien kunnen worden van hun systemische context. Om die reden besteden we veel aandacht aan de verschillende manieren waarop ouders/verzorgers/leerkrachten ingezet kunnen worden bij de gedragstherapeutische behandeling van het kind.
Na de inleiding wordt in de tweede lesdag uitgebreid stil gestaan bij de ontwikkeling van de emotieregulatie van kinderen. Een zwakke emotie regulatie ligt ten grondslag aan diverse problemen en (gedrags)klachten. Het zien van emotieregulatie als een ontwikkelingslijn (zoals ook lopen en praten) kan helpen om de klachten te begrijpen. In deze lesdag leren de cursisten interventies toe te passen die de emotieregulatie bevorderen. Dit zijn breed inzetbare interventies die toepasbaar zijn bij kinderen met lichte en meer ernstige problematiek, met en zonder specifieke psychopathologie.
In de bijeenkomst daarna zullen kindgerichte behandeltechnieken aan bod komen diverse internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. In het volgende deel van de cursus staat de mediatietherapie centraal. De cursisten leren dan om de gedrags- en emotionele problemen van kinderen aan te pakken door inzet van de context van het kind, bijvoorbeeld door ouders, verzorgers of leerkrachten in te zetten als co-therapeut. Specifiek komt aan bod, de behandeling van schoolweigering, (faal)angsten, gedragsproblemen. Tot slot wordt een lesdag besteed aan het gebruik van speltechnieken in de behandeling.
De cursusonderdelen zijn praktijkgericht, er wordt veel gewerkt met praktijkgerichte oefeningen. De cursisten leren om zowel de technieken (vaardigheden) te kunnen toepassen alsook een goede therapeutische attitude, interactie en relatie te kunnen hanteren. Er wordt van de cursisten verwacht dat zij casuïstiek inbrengen vanuit hun eigen werkpraktijk.
De cursisten maken kennis met actuele protocollen, maar leren vooral kritisch en creatief met protocollen om te gaan, zodat de cliënt met zijn systeem en eigen cultuur centraal staat en uitgangpunt is voor de keuzen die worden gemaakt in het gedragstherapeutisch proces.
Werkwijze, studiebelasting en toetsing
Werkwijze
De cursisten bereiden de cursusbijeenkomsten voor door:
- Het bestuderen van de literatuur
- Het maken van huiswerkopdrachten
- Het stapsgewijs uitwerken van een casus, waarbij het gedragstherapeutische proces gevolgd wordt
De cursusbijeenkomsten omvatten:
- Het voor- en nabespreken van de huiswerkopdrachten
- Bespreking van de literatuur
- Vanaf de vierde bijeenkomst zullen de cursisten in groepjes een casus presenteren. Dit betreft een casus die zij krijgen van de docent. Van deze casus maken zij een cognitieve casusconceptualisatie en schrijven zij een behandelplan. Tevens demonstreren zij middels een rollenspel enkele interventies uit het behandelplan. Dit mag vooraf worden opgenomen en als beeldmateriaal getoond worden in de les. Er zijn vier groepjes van drie tot vier cursisten. Ieder groepje krijgt een andere casus.
- Uitleg van de theorie door de docent, veelal visueel ondersteund (video / DVD)
- Veel praktische oefeningen met betrekking tot de verschillende onderdelen van het gedragstherapeutische proces. Hierbij wordt gebruik gemaakt van demonstraties en rollenspelen. Er wordt geoefend aan de hand van concreet praktijkmateriaal van de cursisten.
Studiebelasting
Ongeveer 4 uur per studiedag.
Toetsing
- Kennis en vaardigheid worden getoetst. Tijdens de cursus krijgen de cursisten opdrachten mee om theoretische vraagstukken te behandelen vanuit de klinische werkzaamheden. Zij worden tevens beoordeeld (zelfbeoordeling, feedback van medecursisten en docent) op hun inbreng in subgroepen en in de plenaire cursusonderdelen.
- Presentatie van een casus in subgroepen waarbij het gedragstherapeutisch proces getoond wordt. Dit presentatie dient de volgende onderdelen te omvatten: een holistische theorie relevante analysen, een behandelplan met voorgestelde behandelinterventies, een voorstel voor de metingen en registraties. De cursisten illustreren de behandelinterventies middels een korte demonstratie van ten minste twee verschillende interventies.
- Deze presentatie wordt ingeleverd in de vorm van een verslag. Daarin staat beschreven de analysen, weergave van de metingen en registraties, de HT, de doelen, de interventies. Dit verslag wordt beoordeeld door de docent.
- De theoretische kennis van de cursisten zal getoetst worden door middel van een schriftelijke toets die zij tijdens de laatste cursusdag zullen maken.