Inhoud
Kinderen kunnen als gevolg van fysieke, seksuele en/of emotionele kindermishandeling en/of verwaarlozing ernstige schade oplopen. Het uithuisplaatsen van kinderen is een uiterste maatregel, die genomen kan worden om kinderen te beschermen. Deze maatregel kan echter ook voor schade zorgen bij het kind en zijn ouders. Ook andere beslissingen in kinderbeschermingszaken, zoals een OTS, een gezagsbeëindigende maatregel of een contactbepaling, zijn ingrijpend. Regelmatig moet een keuze gemaakt worden uit twee kwaden en dient gekeken te worden hoe de schade zoveel mogelijk beperkt en hersteld kan worden.
In deze cursus passen we actuele wetenschappelijke kennis toe op besliszaken ten aanzien van gehechtheid, trauma en besluitvorming. De cursus start met het leren begrijpen van gehechtheid: wat is het precies en wat is de functie? Er is aandacht voor kwaliteitsverschillen in gehechtheidsrelaties en de verschillende vormen van gehechtheidsschade. Ook behandelen we de gevolgen van gehechtheidsschade: wat betekent het voor het aangaan van nieuwe relatie? Hoe is het van invloed op partnerrelaties en op het ouderschap? Hoe kunnen we de intergenerationele overdracht van gehechtheidsproblematiek begrijpen? En wat zijn de mogelijkheden voor herstel?
We passen deze kennis over gehechtheid gelijk toe op belangrijke vragen in besliszaken, zoals: is het verstandig om een langdurige pleeggezinplaatsing te continueren? Wat betekent een terugplaatsing voor het kind? Kunnen kinderen wat ze hebben geleerd in een veilige gehechtheidsrelatie met pleegouders, meenemen bij terugplaatsing? Bestaat er zoiets als een concurrerende positie tussen gehechtheidsfiguren in het leven van een kind of kan een kind zich aan meerdere personen tegelijk hechten? Wanneer verstoren verschillende personen in het leven van het kind juist zijn ontwikkeling in plaats van deze te bevorderen? Hoe kan een kind blijven verlangen naar zijn ouders, terwijl het kind door hen mishandeld en verwaarloosd is? En is schade altijd direct zichtbaar en wat zijn de mogelijkheden voor herstel? Gaan kinderen die zich zo lang onveilig hebben gevoeld, zich ooit nog veilig voelen? Waarom mislukken pleeggezinplaatsingen zo vaak en waarom profiteren deze kinderen soms niet van goede zorg? Wat hebben kinderen nodig om erop te gaan vertrouwen dat hun nieuwe ouders anders zullen zijn?
Daarna bieden we professionals een kader hoe zij het gehechtheidsperspectief kunnen hanteren in de besluitvorming in kinderbeschermingszaken. In kinderbeschermingszaken staat het belang van het kind centraal (Best Interest of the Child Standard, UN Convention on the Rights of the Child, UNCRC, artikel 3, paragraaf 1, 1989). Bepalen wat het meest in het belang van het kind is, blijkt in de praktijk lastig omdat vele factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind en deze factoren bovendien veranderbaar zijn, bijvoorbeeld door het inzetten van een interventie. In de cursus geven we professionals grip op welke informatie relevant is voor de besluitvorming. Ook geven we professionals concrete handvatten voor het verzamelen van informatie over de kwaliteit van de ouder-kind relatie. Welke vragen kunnen zij het beste stellen in gesprekken met ouders en kinderen? En hoe kunnen ze de antwoorden interpreteren in het licht van de gehechtheidstheorie? Op welke gedragingen moeten professionals alert zijn bij het observeren van ouder-kind interacties? Hoe kunnen ze de kwaliteit van de informatie van informanten over gehechtheid beoordelen en welke onderzoeksvragen op het gebied van gehechtheid kunnen zij meegeven aan ketenpartners?
In de cursus reiken we een stappenplan aan om tot onderbouwde en voor cliënten navolgbare beslissingen te komen en passen deze toe op uiteenlopende casuïstiek. We besteden daarbij bovendien aandacht aan herstel van schade uit het verleden en het beperken van schade in de toekomst. Tot slot behandelen we in de cursus de belangrijke valkuilen bij het nemen van beslissingen over kinderen in problematische opvoedsituaties.
Werkwijze, studiebelasting en toetsing
Werkwijze
Er wordt gewerkt met afwisselende werkvormen, zowel informatieoverdracht van de docent, als kennis toepassing m.b.v. beeldmateriaal, doe-en toepas oefeningen, het inbrengen van casuïstiek en reflectieoefeningen over de implementatie van het geleerde in de praktijk. Daarnaast lezen de cursisten literatuur.
Studiebelasting
Ongeveer 2 uur per studiedag.
Toetsing
Eindtoets met enkele meerkeuzevragen.