Deze basiscursus Systeemtherapie bestaat uit 10 lesdagen waarin de cursist theorie, vaardigheden leert, ervaring opdoet en daarop reflecteren kan. De cursus kan onderdeel zijn van het volledige traject tot systeemtherapeut, maar kan ook los gegeven worden voor nascholing psychologen, orthopedagogen, hbo-ers met master. Gedurende de basiscursus leert de deelnemer over systeemtheorie en toepassingen ervan in het werken met netwerken, families, gezinnen, partnerrelaties en individuen. We gaan uit van een systeem, als eenheid van verschillen, dat zinvol overleven wil in omringende systemen.
Het streven is dat de cursist na het volgen van de basiscursus:
- Kennis heeft van belangrijke systemische concepten en begrippen
- Kennis heeft van belangrijke perspectieven in de systemische gezins- en relatietherapie
- Geoefend heeft met systemische gespreksvaardigheden
- In staat is gezinsonderzoek te doen en overeenstemming te vinden m.b.t. hypothesen of een
gezamenlijk verhaal.
- In staat is enkele systemische interventies/werkwijzen toe te passen in gesprek met
netwerken, families, gezinnen, partnerrelaties.
- Besef heeft over hoe ‘de persoon van de therapeut’ onderdeel is van het therapeutisch proces
- Kan reflecteren op eigen handelen op basis van verkregen feedback over de samenwerking
en ontwikkelingen in therapie.
Het programma bestaat uit de volgende 10 lesdagen/ thema’s:
- Systeemtheorie: Gehelen van verschillende interacterende delen,
ontwikkelingsprocessen van zelforganisatie en co-evolutie
- Het eerste gesprek, invoegen, meervoudige partijdigheid en meerstemmigheid
- Verticale patronen; cultuur, maatschappij en familiegeschiedenis
- Horizontale patronen; gezinsontwikkeling, communicatie en naarmate-cirkels
- De structurele benadering. Invoegen, enactments en herstructureren
- Affectieve klimaat; hechting, verbondenheid versus differentiatie
- Verhaal en betekenisgeving; maatschappelijke, culturele, sociale discoursen, dunne en
rijke verhalen.
- Systeemonderzoek: Gezinsonderzoek, netwerkanalyse en rapportage
- Systemische interventies/ vragen: Inhoud, Proces, Generatief, Meta-communicatie
- De persoon van de therapeut
Literatuur:
Zelf aan te schaffen door cursisten:
- Rober, P. (2017) Samen in gezinstherapie. Over afstemming en dialoog in de
gezinstherapeutische praktijk. Kalmthout. Pelkmans Pro
- Van Lawick, J., Savenije, A. (2014). Handboek Systeemtherapie. Utrecht: De
Tijdstroom.
Leerdoelen:
- Deelnemers kunnen reflecteren op normale gezinsprocessen
- Deelnemers kunnen reflecteren op de rol van gender, cultuur en sociale klasse. Zij zijn bewust van hun eigen (voor) oordelen.
- Deelnemers beheersen de basisideeën uit de systeemtherapie: van individu naar systeem, van lineair naar circulair, van éénheid naar diversiteit, van causaliteit naar perspectiefdenken.
- Deelnemers zijn in staat de verschillende perspectieven in de systeemtherapie te onderscheiden en juist toe te passen op casuïstiek.
- Deelnemers beheersen non-specifieke therapeutische vaardigheden zoals contact maken, de samenwerking aangaan, nieuwsgierigheid, reflexiviteit, communiceren (verbaal-nonverbaal).
- Deelnemers beheersen de nodige vaardigheden om systeemgericht te werken, zoals circulaire hypothesen formuleren en toetsen, circulair vragen stellen, gezinstaxatie, onderscheid inhoud- betrekking.
- Deelnemers hebben kennis over en beheersen vaardigheden passend bij het communicatief perspectief.
- Deelnemers hebben kennis over en beheersen vaardigheden passend bij het structureeel perspectief.
- Deelnemers hebben kennis het contextuele denken, het gezinsfasenmodel, de levenscyclus van een gezin en beheersen de vaardigheden om met gezinnen vanuit dit perspectief te werken, zoals het maken van een genogram etc.
- De deelnemers hebben kennis en vaardigheden voor het toepassen van het ervaringsgericht perspectief. Zoals het gebruik van de taal van beelden, symbolen en metaforen, mythen, non- verbale interventies.
Lesopbouw:
De lessen zijn als volgt opgebouwd. Wij starten elke les met een rondje over ontwikkelingen n.a.v. de cursus. Cursisten bereiden in groepjes de lesdagen over de perspectieven voor en presenteren dat. Er volgt theoretische uitleg, meestal geïllustreerd a.d.h.v. filmfragmenten. Na de pauze is er een ervaringsgerichte oefening en rollenspel. Bij afsluiting reflecteren de cursisten op de dag en nemen zij zich voor iets te observeren of uitproberen in de eigen praktijk.