terug

06-19340492 | maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 12.30 uur. 

De Jeugdzorgacademie in gesprek met Arga Kramer

Het vijfde gesprek vindt plaats met Arga Kramer, docent van de cursussen handelingsgerichte diagnostiek (HGD) en handelingsgericht werken (HGW). Arga geeft zowel de basiscursus als de verdiepingscursussen. Ook is Arga mede auteur van het boek ‘Handelingsgerichte Diagnostiek in de Jeugdzorg en de JGGZ’.

Over Arga

Als je in gesprek bent met Arga valt onmiddellijk haar betrokkenheid, bevlogenheid en haar grote kennis en ervaring op. Arga is orthopedagoog generalist en startte als kinder- en jongerenwerker in diverse steden (Den Haag, Purmerend en Zaandam). Daarna werkte ze achtereenvolgens als gedragswetenschapper op enkele Boddaertgroepen van Altra Jeugdzorg Amsterdam en later bij de Samen Doen-teams en de Ouder Kind - teams, eveneens in Amsterdam. Sinds 2019 werkt zij voor Nuhoff Haarlem (GGZ) en biedt zij hulp aan kinderen, jongvolwassenen, hun ouders en hun netwerk. Arga is ook supervisor voor NVO en NIP en EMDR-practitioner.

Het belang van handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek

Arga vertelt dat ze pas na het afronden van de universiteit haar diagnostiek aantekening heeft gehaald. Eerst wilde zij de aantekening niet, omdat het erg gericht was op ‘psychopathologie’ en ‘hokjes’, dat stond haar tegen. Wat ze miste, vond ze in de handelingsgerichte diagnostiek. HGD gaf woorden aan haar visie en een theorie. De vraag: ‘Wat heeft dit kind, met deze ouders en in deze context nodig om deze gewenste situatie te bereiken?’ staat centraal en niet in welk ‘hokje’ een kind past.’

Arga zegt: ‘Diagnostiek wordt onterecht gekoppeld aan onderzoek naar een classificatie. Maar het is veel meer dan dat. Als hulpverlener maak je elke dag  afwegingen om je handelen te bepalen. Dat is ook diagnostiek. Vaardigheden in handelingsgerichte diagnostiek zijn ook belangrijk voor groepswerkers en gedragswetenschappers in de jeugdzorg of in de wijkteams. 

Als ouders zich bijvoorbeeld bij een wijkteammedewerker aanmelden met een kind van 8 jaar met zindelijkheidsproblematiek kijkt de professional naar de ernst, en of het gedrag passend is bij de ontwikkelingsleeftijd en de situatie, wat ouders al doen dat werkt, wat niet werkt en wat er nodig is om de ontwikkeling weer op gang te helpen. Samen met ouders, het kind zelf en andere betrokkenen, zoals een leerkracht of familie, ga je op zoek naar de antwoorden om te komen tot een passend en haalbaar doel en een plan dat ze willen en kunnen uitvoeren. Dat kan in een telefoongesprek van een half uur, of in een heel onderzoek van zes weken.’ 

‘Samen kom je verder’ is jouw mantra:

‘Ja’ beaamt Arga. ‘Een collega vertelde me van de zegswijze: Je moet iemand ophalen waar hij staat. Dat past erg bij HGD. We moeten het met elkaar doen, je moet gaan begrijpen wat en waarom de ander doet wat hij doet en kijken of je samen hetzelfde doel hebt. Als je niet samen hetzelfde doel hebt, is dat je eerste stap. Heb je samen hetzelfde doel – bijvoorbeeld een puber die graag wil dat er minder ruzie is, maar niet weet hoe, - dan kun je verbinding maken en kijken of je de ander met jouw kennis en ervaring breder kunt laten kijken. We noemen dat de cliënt op de onderzoeksstoel zetten. Of ik kijk mee met de ander, waardoor mijn eigen kijk verbreed wordt. Je gaat uiteindelijk samen van vraag naar plan. De samenwerkingsrol en de expertrol wisselen elkaar af. HGD gaat uit van de therapeutische waarde van diagnostiek. Tijdens het proces zoek je samen uit hoe het komt dat het probleem is gekomen en nog niet weg is en wat er nog wel goed gaat. In dit proces ontstaan inzichten, waardoor er al tijdens de diagnostiek verandering plaatsvindt.’

Arga geeft nog een praktijkvoorbeeld:

‘Soms zie je dat ouders radeloos zijn en bij je binnenkomen met de houding ‘wij weten het niet meer; jij bent de expert, vertel jij maar wat we moeten doen.’ En natuurlijk weet je als expert op basis van je kennis en ervaring veel over wat er doorgaans werkt en welke effectieve werkwijzen of interventies er zijn. Maar je moet met elkaar ook kijken of het op dat moment haalbaar is. En soms wil iemand iets echt niet en dan kijk je samen naar wat er wel kan.’ Arga geeft als voorbeeld een ouder, die niet wilde dat er bij haar thuis werd gefilmd. ‘Op bezoek komen en kladblok mee, was voor moeder wel haalbaar. Dat doen we dan. Je werkt dus van wenselijk naar haalbaar. Het heeft geen zin om een advies te geven dat iemand niet wil of kan opvolgen. Je ziet soms ook wel dat ouders heel sterk een advies willen en dat dan gaan uitvoeren, omdat een ander dat zegt en vervolgens bij je terugkomen dat het niet werkt. Het is veel beter als ouders zelf gaan onderzoeken en dan op een gegeven moment mij gaan uitleggen hoe het zit. En vaak is het doel niet het belangrijkste maar gaat het om de manier waarop mensen met elkaar communiceren om dat doel te bereiken. Ik probeer dat dan te veranderen, zodat ze elkaar beter kunnen verstaan. De dochter die zegt: mama wordt niet boos op me als ik mijn kamer niet opruim, maar leer mij het zelf te doen. Want dat leren zelf doen vind ik ook heel belangrijk. Om samen naar de overkant te kunnen komen, moet je kijken naar wat een ouder en/of leerkracht nodig heeft om het kind te kunnen bieden wat het nodig heeft. Als je alleen maar een advies geeft aan de ouder en deze heeft daar geen ruimte voor dan werkt het niet.’

HGD en interdisciplinair werken

Arga ervaart in haar werkzaamheden dat HGD leert dat er andere meningen kunnen zijn en dat die belangrijk zijn om mee te nemen. Daarnaast geeft het werken met HGD binnen een interdisciplinaire setting ook een gedeelde taal waardoor men elkaar makkelijker begrijpt. ‘Veel disciplines hebben hun eigen taalgebruik en werkwijze. Binnen de GGZ wordt soms gezegd: we moeten eerst kijken of het ADHD is of autisme. Terwijl het uitgangspunt het kind moet zijn, het is niet zo dat als je het een naam kunt geven, dat je dan precies weet hoe je moet handelen. Je moet gaan kijken naar waarom wordt er gedacht aan autisme en ADHD en waar loopt dit kind überhaupt in vast? Welke hulpvraag is er en waar moeten we samen naar toe?’

De basiscursus HGD

Arga vertelt over de basiscursus: ‘In de basiscursus doorlopen we stap voor stap het diagnostisch proces. Er wordt gewerkt met een voorbeeldcasus, maar ook met een eigen casus. We doen dat op zo’n manier dat we elke dag eindigen met de vraag: wat kan ik van wat ik vandaag geleerd heb morgen in mijn werk al toepassen? Cursisten vertellen na afloop vaak dat ze veel bewuster zijn gaan redeneren en zich zelfverzekerder voelen in hun diagnostische afwegingen. Zij ervaren dat ze beter weten hoe om te gaan met een vraag naar een classificatie, of als er verschillende visies bij zijn betrokkenen. Ook lukt het hun beter om de structuur vast te houden en minder onnodig onderzoek te doen om iets ‘zeker te weten’ of ‘professioneel over te komen’. Ze hebben meer aandacht voor wat er al goed gaat en weten dit beter te benutten in het behandelplan. Ook betrekken ze de ander beter bij het onderzoek, zodat ze samen onderzoek doen en daardoor vaker met een advies komen dat ook draagvlak heeft. Het is erg leuk om cursisten te zien groeien in hun professionele vaardigheden en de voorbeelden van successen te horen.’ 

HGD cursus voor supervisoren en werkbegeleiders

Over deze cursus: ‘Veel ‘oude rotten’ kennen HGD al. Voor hen is de basiscursus niet nodig.   In mei 2024 start de twee daagse cursus HGD voor supervisoren en werkbegeleiders. We bespreken het diagnostisch proces en de nieuwe ontwikkelingen in HGD. Je krijgt praktische toepassingen om in je supervisie te gebruiken. Er worden kennis en ervaringen uitgewisseld over de eigen praktijk in de supervisie. Cursisten, die deze nieuwe cursus gaan volgen krijgen natuurlijk het nieuwe boek.’

Het boek ‘Handelingsgerichte Diagnostiek in de Jeugdzorg en JGGZ

Dit pas verschenen boek is de herziene versie van het boek ‘HGD in de jeugdzorg’ dat eerder in 2011 verscheen en nog steeds goed verkocht werd. Toch was een update wel nodig. Ontwikkelingen in de diagnostiek zijn toegevoegd, evenals het perspectief van diagnostiek in de J-GGZ. In het boek zit een inlegkaart met de HGD-fasen en het HGD-denkschema, waardoor in een oogopslag duidelijk is wat HGD is. De nieuwe versie is eigentijds vormgegeven, bijvoorbeeld door overzichtelijke kaders waarin de theorie wordt toegelicht. Er staan veel succesvolle praktijkervaringen in, waardoor het inspirerend is om te lezen en je deze voorbeelden kunt gebruiken in de eigen praktijk. Al met al is het een aanvulling op ieders vaardigheden in het diagnostisch redeneren.